Heup- en elleboogdysplasie

Heup- en elleboogdysplasie zijn aangeboren, abnormale ontwikkelingen van de heup of elleboog die reeds in de baarmoeder beginnen. Dit kan voor pijn zorgen en door de slijtage van het bot uiteindelijk artrose veroorzaken. De schade kan worden verminderd door tijdig te handelen.

Deze 2 aandoeningen staan op de eerste plaats van erfelijke aandoeningen bij de mopshond en de Engelse bulldog, op de tweede plaats bij de Boston terrier en de shih-tzu en op de derde plaats bij de Franse bulldog en de boxer.

Het woord dysplasie wil zeggen een vergroeiing of misvorming in de ontwikkeling van een orgaan of weefsel.

Heup- of elleboogdysplasie ga je meestal beginnen zien bij jonge honden op het einde van hun groei, omdat ze zwaarder worden en hun gewrichten nog steeds kwetsbaar zijn. Het wordt duidelijker merkbaar door de invloed van externe factoren zoals overgewicht, overmatig spelen of bewegen, maar het kan ook pas merkbaar zijn op een latere leeftijd.

Heupdysplasie

Dit is de meest gekende dysplasie. De heup is een kogelgewricht bestaande uit een kop (femurkop) en een kom (acetabulum). Bij heupdysplasie past het uiteinde van de femurkop niet goed in de gewrichtsholte van het bekken omdat de spieren en het ligament die het bij elkaar houden niet goed passen. Het dijbeen is dan onstabiel en beweegt abnormaal. De misvorming is vaak assymetrisch.

Heupdysplasie

Elleboogdysplasie

Elleboogdysplasie is minder gekend maar daarom niet minder ernstig. De elleboog van de hond bestaat uit drie botten: de bovenarm (humerus), de ellepijp (ulna) en het spaakbeen (radius). De misvorming is vaak symmetrisch en beïnvloedt dan beide ellebogen.

De meest voorkomende misvormingen zijn:

  • Scheuren en botbreuken
  • Het groeikraakbeen dat niet vastgroeit
  • Een slechte gewrichtsaanpassing
Elleboogdysplasie
Dierendokter Rob sprak in Goeiemiddag Brabant over botproblemen bij jonge honden

Wat zijn de symptomen?

In beide gevallen functioneert het gewricht niet naar behoren en dit veroorzaakt gewrichtspijn, kraakbeenschade en uiteindelijk artrose.

Je hond heeft last van:

  • Luiheid of moeilijkheden bij het stappen
  • Manken na het slapen en na het spelen of wandelen
  • Moeilijkheden om te springen of om trappen op en af te lopen
  • Pijn bij het aanraken of bewegen van het gevoelige gebied
  • Slepend of waggelend stappen, soms met beide pootjes tegelijk stappen (‘bunny hops’)

Wat kan ik zelf doen?

  • Aangezien het gewicht van je hond een belangrijke factor is bij de ernst van de symptomen, is het erg belangrijk dat je hond geen overgewicht heeft.
  • Zorg ervoor dat je hond geen zetel op en af kan/moet springen. Dit is een zware belasting op de gewrichten. Je kan hiervoor een speciaal hondentrapje aankopen.
  • Laat je hond geen trappen nemen, draag hem liever de trappen op en af.
  • Speel geen hevige spelletjes.
  • Vermijdt moeilijke ondergronden (zoals bijvoorbeeld het strand), zij vormen ook een belasting voor de spieren en gewrichten van je hond.

Verder onderzoek door een dierenarts is echter nodig. Die kan je het best adviseren wat je in jouw geval kan doen en waar je rekening mee moet houden.

Wanneer moet ik naar de dierenarts?

Wanneer je hond last heeft van een van de bovenstaande symptomen is het belangrijk een bezoek aan je dierenarts te brengen. Zo kan hij andere oorzaken uitsluiten en kijken wat de beste behandeling is. Aan de hand van een röntgenfoto kan hij een indicatie geven van de ernst van de ziekte. Met een tijdige diagnose en een behandeling met ontstekingsremmende pijnstillers kan je hond een goede levenskwaliteit behouden.

In sommige gevallen kan een operatie uitkomst bieden. Zoek vooral een dierenarts die gespecialiseerd is in dit soort ingrepen. Er zijn meerdere mogelijkheden, alles verschilt van de ernst van de dysplasie en de leeftijd af.

  • Een bekkenkanteling (gebeurt rond hun 1 jaar) waarbij de aansluiting van de kop en de kom verbeterd wordt. Hierdoor zal de hond minder pijn gaan hebben en schiet de heup niet meer zo makkelijk uit de kom wat voor minder slijtage op termijn zorgt (artrose).
  • Een symphysiodese (gebeurt op een erg jonge leeftijd van 3 a 4 maanden) waarbij een deel van de groeicapaciteit van de bekkenbodem uitgeschakeld wordt, zo groeit de kop en kom wel uit. De bekkenbodem blijft nauwer waardoor de kop als het ware gekanteld wordt en er een betere aansluiting met de kom is.
  • Een pectineus myotomie (gebeurt op oudere leeftijd) waarbij een deel van een spier die de kop in de kom trekt wordt verwijderd. De kop komt zo minder strak in de kom te zitten waardoor de pijn minder is.
  • Een kunstheup waarbij de slechte heupkop wordt verwijderd. Dit is een erg dure ingreep.

Na een operatie zal je hond baat hebben aan fysiotherapie om de gewrichten soepel te maken en de spieren sterk te houden.

Geef een reactie