Help, ik ben allergisch voor honden!?

Jaarlijks belanden heel wat huisdieren in het asiel of ter herplaatsing door een allergie van het baasje. Heb jij een hondenallergie? Misschien kan je nog wel acties ondernemen om je allergie onder controle te houden zodat je je hond toch kan houden!

Het meest voor de hand liggende antwoord van vele dokters is het wegnemen van de bron van de allergie. In dit geval dus het wegdoen van de hond. Maar is dit echt nodig? In erge gevallen met astma-aanvallen heb je misschien geen andere keuze meer… Echter, als de symptomen milder zijn, kan je voor andere oplossingen kiezen!

Het buitenshuis houden van je hond, kan ook voorgesteld worden. Dit vinden wij helaas geen diervriendelijke oplossing. In dat geval is het waarschijnlijk beter voor je hond dat je toch aan herplaatsen denkt. Honden met platte snuiten zijn geen honden om buiten te houden en kunnen niet zo goed tegen temperatuursverschillen. Verder verdient iedere hond het gewoon om volwaardig onderdeel te zijn van het gezin.

Belangrijk: laat je vooral eerst testen zodat je zéker bent dat je hond wel degelijk de oorzaak van je allergie is.

Wat is een hondenallergie juist?

Een hondenallergie is een aandoening waarbij verschillende allergische reacties veroorzaakt worden door contact met een hond. Je lichaam reageert op huidschilfers, speeksel, haren of zelfs urine van de hond. Door het inademen van deze ‘allergenen’ ontstaan klachten.

Wat zijn die klachten?

De klachten zijn heel uiteenlopend en verschillen van persoon tot persoon. Ze kunnen binnen 30 minuten optreden of pas na een paar uren. De meest voorkomende klachten zijn:

  • een loopneus, vaak niezen, jeuk, verstopping
  • hoesten of een piepende ademhaling. Je allergie kan in ergere gevallen overgaan in een allergische astma met benauwdheid en zware kortademigheid.
  • jeukende, branderige, tranende, rood doorlopen ogen of gezwollen oogleden
  • huiduitslag

Hoe weet ik of ik een hondenallergie heb?

Een allergoloog of specialist in allergieën (of gewoon je arts) zal de hondenallergie vaststellen aan de hand van een anamnese. Dit is een consultatie waarbij de klachten overlopen worden. Het gesprek wordt dan aangevuld met één of meerdere onderzoeken of tests.

  • Een bloedtest spoort de antistoffen op die de oorzaak zijn van een allergische reactie.
  • Een huidpriktest op de huid van de onderarm stelt vast of het om een allergie gaat.
  • Een nasale allergeen provocatie test (NAPT) zal onder gecontroleerde omstandigheden een allergische reactie van het neusslijmvlies uitlokken.

Hoe kan ik de klachten bij een hondenallergie verminderen?

De behandeling kan je indelen in een 3-stappen aanpak.

Stap 1: beperk de blootstelling aan allergenen van je hond

  • Zorg voor een gladde vloerbedekking in de leefruimtes (parket, laminaat, linoleum, tegels,.. ). Neem dus zeker alle tapijten weg. Allergenen kunnen tot wel 6 maanden in tapijten achterblijven!
  • Zorg voor zo min mogelijk stoffen meubels maar vervang ze door kunststof of (kunst)leer.
  • Gebruik een stofzuiger met een degelijke HEPA-filter of anti-allergiefilter die zorgen voor een propere uitblaaslucht. Ga je op bezoek bij andere mensen met huisdieren dan laat je ze beter weten dat ze niet vlak voor je bezoek stofzuigen met een gewone stofzuiger want dan zweven al die allergenen nog volop door de lucht.
  • Neem de gladde oppervlakten (vloeren en meubels) in je huis regelmatig af met een vochtige doek. Zo vang je al veel allergenen op en het stof kan niet weer omhoog dwarrelen.
  • Probeer de luchtvochtigheid in huis in het najaar en de winter zo laag mogelijk te houden.
  • Zorg iedere dag voor een goede ventilatie van je huis.
  • Schaf een luchtreiniger aan met een HEPA-filter en ionisatie. Een luchtreiniger helpt om allergenen en andere deeltjes uit de lucht te zuiveren. Zo zuiveren ze de ruimte gemiddeld 3,5 keer per uur. Een luchtreiniger verhelpt niet alle klachten, maar draagt bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit om bestaande klachten te verminderen.
  • Hou je hond uit de slaapkamer en uit andere ruimten waar zijn aanwezigheid niet echt nodig is (bvb de keuken, je kantoor, de badkamer, …)
  • Borstel de hond regelmatig, het liefst buiten en indien mogelijk laat een andere persoon dit doen. Geregeld wassen helpt ook om schilfers te verwijderen, doch te veel wassen is niet goed voor de vacht van je hond dus zorg voor een zachte ph neutrale shampoo of nog beter kies voor gewoon water.
  • Hou de kleding die je droeg toen je knuffelde met je hond zeker uit je slaapkamer. Allergenen die je meedraagt, blijven overal achter waar je zit, ligt of rondloopt.
  • Was je handen in de mate van het mogelijke na contact met de hond. Maar dit kan een moeilijke zijn als je voortdurend samen dingen doet.

Stap 2: bestrijd de allergische symptomen

Bij een allergische reactie komt er in het lichaam een stof vrij die ‘histamine’ wordt genoemd. Histamine is de belangrijkste veroorzaker van de klachten bij een (inhalatie)allergie. Wil je je allergieklachten bestrijden met medicijnen dan kan je ze onderdrukken met symptomatische medicatie, verkrijgbaar in de vorm van neusspray, tabletten of oogdruppels. Deze medicijnen kunnen snelle en kortdurende verlichting geven van de klachten.

Overleg altijd met je arts over het gebruik van symptomatica als antihistamine of corticosteroïden.

Soorten symptomatische medicatie

  • Antihistaminica: Veel neussprays, oogdruppels en tabletten bevatten antihistaminica. Deze blokkeren de gevolgen van histamine, de stof die grotendeels verantwoordelijk is voor de allergieklachten. Sommige antihistaminica moeten worden ingenomen op het moment dat je wordt blootgesteld aan de stof die je klachten veroorzaakt, of enige tijd voordat je verwacht dat dit gaat gebeuren.
  • Corticosteroïden: Neussprays met corticosteroïden zijn ontstekingsremmende medicijnen. Ze kunnen verlichting geven bij een verstopte neus. Dit medicijntype werkt voornamelijk in de neus zonder invloed uit te oefenen op de rest van het lichaam. Bij ergere klachten zoals het ontwikkelen van allergische astma, kan ook een puffer voorgeschreven worden.
  • Nasale decongestiva: Nasale decongestiva zijn medicijnen die je neusverstopping verminderen. Ze zijn verkrijgbaar als druppels of neusspray en mogen maar voor een korte tijd gebruikt worden.
  • Homeopathische middelen: Een homeopaat kan het beste advies op maat geven.

Stap 3: allergeen immunotherapie (AIT) of hyposensibilisatie

Bij een allergie voor huisdieren wordt immunotherapie niet zo vaak toegepast omdat het effect kan tegengevallen maar omdat een allergie vaak ook samengaat met andere allergieën overlopen we ook deze mogelijkheid indien de twee andere stappen niet voldoende resultaat boden.

Allergeen immunotherapie heeft als doel de gevoeligheid voor allergenen te verminderen.  Hierdoor vermindert de kans om astma of een nieuwe allergie te ontwikkelen. Het werkt door het regelmatig toedienen van de stof (het allergeen) waarvoor je allergisch bent tijdens een langere periode van 3 tot 5 jaar. Zo bouwt je lichaam tolerantie op voor de stof die de allergie veroorzaakt. Het effect van allergeen immunotherapie blijft werken ook nadat de behandeling is gestopt.

Meer dan 80% van de gebruikers vindt verbetering na 1 jaar behandeling. Je bent 10 tot 15 jaar klachtenvrij als je 3 tot 5 jaar volhoudt.

Soorten immunotherapie

1. Subcutane immunotherapie (SCIT): Je krijgt het allergeen in opbouwende dosis toegediend via een injectie in de bovenarm. Een kuur op basis van injecties bestaat uit 2 fasen:

  1. Instelfase: wekelijks 1 injectie waarbij de hoeveelheid wordt verhoogd totdat na 6 weken de onderhoudsdosis wordt bereikt. Daarna wordt de onderhoudsdosis 1x per 14 dagen gedurende 1,5 maand geïnjecteerd.
  2. Onderhoudsfase. elke 4 weken 1 injectie met de maximale dosis van het allergeen.

2. Sublinguale immunotherapie (SLIT): Je neemt 1x per dag een smelttablet met het allergeen in. Deze vorm is vrij eenvoudig en wordt enkel bij de eerste toediening genomen onder supervisie van een arts. De rest van de kuur kan je thuis verder doen met geregelde controle.

3. Lokale nasale immunotherapie (LNIT): je krijgt vrij hoge dosissen allergeen via de neus toegediend via een poeder of een waterige oplossing. Deze behandeling geeft goede resultaten bij seizoensgebonden allergische rhinitis als voor huisstofmijt- en huisdierallergie. In België wordt deze methode echter nauwelijks of niet gebruikt.

Zijn hypoallergene honden de oplossing?

Ja en nee… Er zijn inderdaad honden die minder zullen verharen, maar haren en huidschilfers verliest nu eenmaal iedere hond. Deze “hypoallergene rassen” zullen tot 5 à 7 keer zo langzaam haren verliezen. Dus de symptomen zullen minder zijn doch de hondenallergie helemaal wegnemen kunnen ook deze honden niet.

Enkele rassen die minder haarverlies hebben: Bichon Frise, Bolognezer, Cesky terriër, Coton de tulear, Maltezer, Poedel, Silky terriër, Yorkshire terriër, Bedlington terriër, Irish softcoated wheaten terriër, Ierse waterspaniël, Kerry blue terriër, Komondor, Lagotto romagnolo, Poedel, Portugese waterhond, Puli, Schapendoes, Spaanse waterhond, Afghaanse windhond, Airdale terriër, Poedel, Labradoodle, Goldendoodle

Geef een reactie