Lier bijt de spits af voor ons eerste wandelverslag. We doen een groene stadswandeling van max. 5 km langsheen de mooiste plekjes in Lier.
Praktisch
Locatie: Lier is een stad in de Belgische provincie Antwerpen en ligt aan de samenloop van de Grote Nete en de Kleine Nete.
Soort wandeling: stadswandeling
Lengte: +/- 4,5 km
Duur: we deden er ongeveer anderhalf uur over.
We baseren ons op het Timmermanspad en passen deze aan zodat de wandeling onder de 5km blijft en kiezen een andere parking (en dus een ander vertrekpunt).
Tijdens deze stadswandeling moeten honden steeds aangelijnd blijven. Toch nood aan een hondenweide? Dan kan dat buiten de zone van deze wandeling o.a. in de afgebakende hondenweide Beatrijs en het landschapspark Pallieterland.
Alternatief: Andere (niet-geteste) wandelingen in Lier en omgeving kan je hier terugvinden.
Benodigdheden: voorzie zeker water, een drinkbakje en poepzakjes!
Voor de baasjes zijn er veel terrasjes op de Grote Markt en de Vismarkt en er zijn ook op verschillende plaatsen openbare toiletten.
Ons vertrekpunt
We parkeren op de gratis parking P7 Wallenhof, Spullei, 2500 Lier (afwijkend van het vertrekpunt op het plan, ons vertrekpunt bevindt zich ter hoogte van de Lisperpoort).
Er zijn verschillende parkings in Lier, een deel betalend, een deel gratis. De volledige lijst kan je hier terugvinden.
Het station van Lier bevindt zich op 10-15 minuten wandelen van de Grote Markt. Moest je met de trein komen dan kan je gewoon iets later aansluiten op de stadsvesten vanaf de Antwerpse poort.
Klaar om Lier te ontdekken!
We stappen via de Spullei (vanwaar we met de auto kwamen, bovenaan op de kaart) naar het wandelpad van de groene stadsvesten. De stadsvesten bestaan uit een verharde schaduwrijke wandelweg tussen bomen dat volledig rond het stadscentrum loopt. Achter de bomen, loopt de Nete. We volgen de route naar links en passeren de Lisperpoort, de Antwerpse poort en de Mechelse Poort. Deze poorten over het water zijn de toegangswegen tot het centrum. Onderweg passeren we geregeld een monument en zijn er voldoende bankjes en vuilbakken voorzien. Voor deze wandeling doen we ongeveer de helft van de ‘groene gordel’, daarna gaan we het centrum in.
Zodra de groene zone groter wordt, eindigt het stukje op de stadsvesten. We wandelen hier naar rechts en dan weer naar links voorbij volkstuintjes. We komen uit aan een verhard wandel- en fietspad langs de rivier de Nete. Let wel op voor fietsers en als de zon schijnt is dit best een warm ommetje zonder schaduw.
Wat verder passeren we het stadspark met een speeltuin met minigolf, sportvelden en een lig- en picknickplek en komen uit op een vertrekplaats voor rondvaarten op de Nete. Wanneer we passeren stapt er net een heel groepje in een bootje!
In plaats van links (volgens het plan) kiezen we om naar rechts te stappen bij de Grachtkant (waar het bootje ligt). Zo maken we meteen de route wat korter (we missen zo wel de Sint Margaritakerk, het Begijnhof en de Gevangenpoort – maar dit ligt ook meteen op iets moeilijkere kasseien). We wandelen over een druk pleintje met terrasjes en het monument van de Schapenkoppen.
Wist je dat ‘schapenkoppen’ de bijnaam van de Lierenaren is?
We keren naar rechts op het Zimmerplein waar de Zimmertoren (en het museum) staat. De Zimmertoren met de opvallende Jubelklok is het bekendste stadsgezicht van Lier. De toren en het museum zijn gewijd aan het levenswerk van Louis Zimmer, een Lierse uurwerkmaker en amateurastronoom.
Op het kruispunt aan de Zimmertoren keren we naar links voor het water van de Binnennete. We passeren de Fortuin. Het gebouw diende onder andere als graanopslagplaats, steenkoolopslagplaats, limonadefabriek, schrijnwerkerij, stadsmagazijn en horecazaak.
Rechts naast de Fortuin vinden we de Paardendrink, een hellend vlak naar het water. Dit was vroeger een was- en drinkplaats voor paarden en vee. Er zouden zelfs varkens hebben gebaad, gezien er in de omgeving verschillende varkenskwekers gevestigd waren.
In diezelfde straat passeren we wat later ook het Buyldragershuisje, het vroegere gildehuis voor ‘buildragers’ oftewel dokwerkers.
Aan de brug keren we naar links. We passeren de Sint-Jacobkapel aan de rechterkant, De kapel diende ooit als parochiekerk voor de Spaanse troepen en wordt daardoor ook wel ‘Spaanse Kapel’ genoemd.
We komen nu uit op de Grote Markt. Het stadhuis met het belfort trekt meteen de aandacht. Het belfort uit 1369 is Unesco Werelderfgoed. De toren staat symbool voor vrijheid en macht.
Wist je dat de Grote Markt de geboorteplek is van het Liers Vlaaike? Proef het ter plaatse of volg dit recept en maak je eigen Lierse Vlaaikes!
Aan de rechterkant op de Grote Markt zie je het Vleeshuis, het vroegere gildehuis van de slagers. Naast gildehuis is het ook een lakenhalle, vredegerecht en gevangenis geweest. Vandaag de dag worden er tentoonstellingen gehouden.
We lopen van de Grote Markt terug naar het water en steken de brug over (via de route op het plan of door gewoon terug te komen op onze stappen richting het water).
We wandelen langs rechts rond het Kardinaal Mercierplein en de Sint-Gummaruskerk. De bouw van deze kerk duurde wel 200 jaar!
Op het pleintje rusten we even uit op een van de bankjes en geven de hondjes wat water.
Wist je dat Sint-Gummarus de patroonheilige van Lier is? Hij wordt zelfs ieder jaar gevierd met een processie!
We stappen verder naar de achterkant van het plein. Aan de overkant bevindt zich een Romaanse kapel: de Sint-Pieterskapel.
We slaan de straat rechts van de kapel in, de Sint Gummarusstraat, en werpen nog even een blik achterom naar de prachtige kerk en kapel.
Op het einde van de straat keren we nogmaals rechts in de De Heyderstraat. We komen uit op het Gebroeders Doxplein waar de 13de eeuwse Kluizekerk staat die ooit nog gebruikt werd als stal en schuur. Nu is het een privéwoning.
We wandelen naar links in de Kardinaal Cardijnstraat en komen terug uit op de stadsvesten die we naar links nemen. Eens bij het water, komen we het Spui tegen, het vroegere sashuis aan de Binnennete.
We stappen door het sashuis en, wanneer we bijna weer de Lisperpoort bereiken, keren we naar links in de Spullei, ons vertrekpunt.
Terugblik
Het was lang geleden dat we nog zo genoten hadden van een wandeling! Het voelde als het ‘Brugge van Antwerpen’, maar dan zonder die massa aan toeristen die in Brugge rondloopt. We gingen op een doordeweekse dag en het was écht niet druk, enkel op de terrasjes! Het weer was ook ideaal: zonnig maar niet te warm, met een fris windje. Ik dacht de hele tijd, hoe fantastisch moet het zijn om hier te wonen en iedere avond zo’n rondje rond de stadsvesten te kunnen stappen? De hele omgeving voelde ook heel rolstoelvriendelijk en hondvriendelijk aan. Tja, een echt pareltje!
Onze oude mopshond stapte de hele route uit, onze andere mopshond die grotendeels op drie pootjes loopt, stapte het stukje rond de stadsvesten enthousiast mee. Zo kon hij zich moe maken in de schaduw en bestudeerde hij de omgeving vanuit de hondenbuggy zodra we het warmere centrum doorkruisten. Op regelmatige tijdstippen stopten we even voor ze wat water te laten drinken. Moe maar voldaan keerden we terug huiswaarts!
Voordelen:
- Veel parkeermogelijkheden
- Duidelijke, eenvoudige route. Dit zorgde voor een stuk minder stress (want dat is namelijk vaak anders).
- Zeer uitzonderlijk een auto tegengekomen. Wel af en toe opletten voor fietsers. Ter info: blijkbaar mag er op zondag op de stadsvesten niet gefietst worden.
- Veel groen. Om in een stadscentrum te wandelen, begeef je je toch grotendeels in groene zones. Een heel aangename mix van natuur en erfgoed.
- We kwamen een handvol mensen tegen met een hondenbuggy. We voelden ons hier dus echt geen ‘buitenbeentje’ met onze hondenbuggy.
Nadelen:
- Het valt niet vaak voor maar we konden niets vinden om over te klagen bij deze wandeling. Als we dan echt gaan muggenziften… Het enige nadeel is misschien dat toekomstige wandelingen nu steeds gaan onderdoen aan deze? Maar wie weet welke stad ons nog zo kan verrassen!